APS IT Info 15 - page 11

APS IT Info
11
Onweer
Tegen onderwijsmensen
moet ik het wellicht
niet vertellen en ook menig ouder kent het gevoel. Je
kijkt naar een jong kind en je vraagt je af hoe ze binnen
tien of twintig jaar zullen zijn. Al snel probeer je je
dan voor te stellen hoe de wereld er dan zal uitzien.
Zelf groeide ik op in de periode van de A-team, de
Commodore 64 en MTV die nog echt muziek uitzond.
Ondertussen heb ik een bijna-achtjarige die stilletjes
begint te dromen van een eerste telefoon (geen optie
voorlopig), een vierjarige die zelfstandig op de
computer van mama en papa een eigen account heeft
om YouTube-video’s te bekijken. De jongen kan niet
lezen noch schrijven, maar slaagt erin dankzij (zelf
opgeslagen) favorieten snel op de juiste site terecht
te komen. Wel rot dat mama en papa een timer gezet
hebben op de accounts van de broers, waardoor ze
maximaal een half uurtje per dag op de pc mogen, maar
het zet hen aan tot onderhandelen met elkaar. Jij mag
met mijn Playmobil in ruil voor jouw laatste 15 minuten.
Vandaag staat het ontwikkelen van mobiele
telefoons en computers zelf op een laag pitje. Wat
er de voorbije twee jaar werd voorgesteld, borduurt
vooral verder op wat we al kennen. Nee, de echte
veranderingen bevinden zich in 3D-printen, domotica,
gezondheidszorg en mobiliteit. Dan heb ik het niet
over de elektrische wagen, maar wel over de
zelfrijdende auto die de komende jaren op de markt
komt. Sensoren in ons lichaam klinken nu misschien
te gek voor woorden, maar de kans is reëel dat onze
kinderen niet raar kijken als hun lichaam een mailtje
stuurt (of een tweet of whatever) om te zeggen dat
er een ontsteking aan het opkomen is. Ondertussen
zijn er al thermostaten die je eigen gebruik ‘leren’
en je verwarming optimaal afstemmen op het aantal
aanwezigen in de kamer en hun voorkeuren.
Bij al dit technologisch geweld, kan een mens zich
oud voelen. Dit is zeker het geval als kinderen en
jongeren bij al die ontwikkelingen niet zo vreemd
opkijken en jou zelfs een helpende hand aanbieden
om je bij te staan bij die nieuwe tools.
Die constante stroom aan ontdekkingen doen een
mens vaak focussen op het veranderende, terwijl het
constante ondergesneeuwd wordt. Het kind dat we
zelf waren verschilt op veel vlakken minder dan je
denkt met de leerlingen in je klas of school. Dezelfde
YouTube-verslaafde kleuter kijkt vol verwondering
naar een poppenkast met houten poppen. Ik hielp
tijdens de kerstvakantie mijn oudste zoon met het
schrijven van een brief aan een vriendje. Het was
zijn eigen idee. Nee, geen mail, een brief, weliswaar
geschreven in onzichtbare inkt (lees citroensap).
Gisteren was er een onweer en mijn oudste zoon
was bang, terwijl mijn middelste en jongste zoon
niets lieten blijken. Zij herkenden het gevaar niet.
Wat onze kinderen nog niet hebben, is levenservaring.
Zij kijken niet vreemd op van nieuwe ontwikkelingen,
omdat ze het vorige nauwelijks gekend hebben. Laat
je niet overbluffen door hun technische kennis, ze
hebben ons gezond verstand nodig. En bij onweer
een dikke knuffel, ook dat is een constante.
Pedro De Bruyckere
Wetenschappelijk onderwijs- en
jongerenonderzoeker, pedagoog
en edublogger. Hij is de komende
nummers columnist voor APS IT Info.
Column
Foto: Joân De Bruyckere
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15,16,17,18,19,20,21,...36
Powered by FlippingBook